Meran/Merano

Het is goed mogelijk dat je in Meran soms vergeet dat je midden in de Alpen zit. Het klimaat is zo zacht dat er citroenbomen en palmbomen groeien. Meran dankt zijn unieke sfeer aan de combinatie van alpiene omgeving en mediterrane plantengroei. Al 20 jaar raken bezoekers in de ban van meer dan 80 tuinlandschappen en planten uit de hele wereld in de tuinen van slot Trauttmansdorff. Boven de stad torent slot Tirol, terwijl de gaanderijen in de historische stadskern herinneren aan de handel die hier in de middeleeuwen werd gevoerd. Nadat Sissi, keizerin Elisabeth van Oostenrijk-Hongarije, in 1870 voor het eerst naar Meran kwam voor een kuur, bloeide de stad op tot een edel kuuroord voor de Europese aristocratie. De prachtige promenades en jugendstilgebouwen zoals het Kurhaus zijn er getuigen van. Aan de overkant imponeren de Terme Meran met hun hedendaagse architectuur in de vorm van een kubus. Kuierend door de eeuwenoude gaanderijen van Meran ontdek je Italiaanse modeboetieks naast winkels van internationale ketens en historische handelsondernemingen. Talloze wandel- en fietspaden laten je de omgeving van de kuurstad verkennen. Typisch voor de regio van Meran zijn bijvoorbeeld de idyllische Waalwege langs voormalige irrigatiekanalen.

Het oudste stadsdeel van Meran wordt nog altijd gekenmerkt door indrukwekkende villa's, herenhuizen en monumenten uit de jugendstilperiode. De elegante uitstraling wordt nog versterkt door de vele plantsoenen in de tuinstad.

Van de vier poorten die ooit toegang gaven tot de steegjes van de historische stadskern, bestaan er nu nog maar drie. Als je de Passer oversteekt via de brug Postbrücke, zie je langs de rivier een aantal van de belangrijkste bezienswaardigheden van de stad: bijvoorbeeld het Kurhaus, de kloof Gilfschlucht, de Zenoberg en de burchttoren Pulverturm. Loop vervolgens door de stadspoort Bozner Tor, die uit de 14e eeuw dateert. Je bevindt je meteen in het centrum van de historische stadskern, in de Laubengasse, waarvan de oorsprong teruggaat tot de 18e eeuw. Met een lengte van 400 meter is dit de langste gaanderij van Zuid-Tirol. Middeleeuwse gebouwen staan er zij aan zij met elegante winkels en stijlvolle, typisch Zuid-Tiroolse eet- en drankgelegenheden.

De Laubengasse verbindt het plein Kornplatz, waar vroeger markt werd gehouden, met de St. Nicolaaskerk. Deze kerk werd gebouwd tussen de 14e en 15e eeuw en is een van de oudste voorbeelden van gotische architectuur in Tirol. De klokkentoren is meer dan 80 meter hoog en wordt versierd met wel zeven klokken. Achter de kerk begint de wijk Steinach, het oudste stadsgedeelte van Meran. Ook al staan er nu moderne huizen, het stratenplan verwijst nog altijd naar de lange geschiedenis van deze wijk.

Meran is een kleine tuinstad: ideaal voor wie graag in het groen wandelt. Talrijke paden vertrekken uit het stadscentrum en imponeren het hele jaar door met planten uit de hele wereld en spectaculaire panorama's.

Ook langs de Passer, die door het centrum stroomt, zijn er vele wandelpaden. De Passerpromenade loopt langs de rechteroever tussen de Postbrücke en de Eiserner Steg. Naar het oosten sluit dit wandelpad aan op de Kurpromenade en leidt dan naar de zonnige Winterpromenade, die vooral in de koudere maanden een aanrader is. In de zomermaanden kies je daarentegen beter voor de Zomerpromenade, die door een dichte, schaduwrijke vegetatie aan de linkerkant van de Passer slingert. Bewonder bij de Postbrücke het standbeeld van Sissi, gemaakt van marmer uit Laas/Lasa. Waar de Winterpromenade en de Zomerpromenade samenkomen, begint de Gilfpromenade. Deze leidt naar de Pulverturm en biedt prachtige panoramisch uitzichten over Meran. Hier kun je je wandeling voortzetten op het wandelpad Tappeinerweg. Het pad is vier kilometer lang en loopt langs de berg, boven de daken van de stad, naar de wijk Gratsch.