In 1142 richtte de bisschop van Brixen/Bressanone het Augustijnenklooster Neustift op. Dit klooster lag op het kruispunt van twee belangrijke verbindingswegen: de Brennerpas en de weg naar het dal Pustertal. Het was ook een bekende herberg en rustplek voor pelgrims. Vandaag de dag doet het klooster dienst als plek waar landbouw, cultuur en onderwijs samenkomen. Van de Stiftskellerei (wijnkelder) tot de kruidentuin, en van de elektriciteitscentrale tot het educatief centrum: er zijn allerlei instanties verenigd in het klooster.
Het Augustijnenklooster Neustift bij Vahrn/Varna is het grootste kloostercomplex van Zuid-Tirol. Dit alomvattende klooster was van begin af aan al onafhankelijk en veelzijdig. Tijdens een wandeling door het complex krijg je een idee van de omvang en het belang ervan als het voormalig cultureel én economisch centrum van het dal Eisacktal. Het eerste dat opvalt, zijn de bouwtechnische aspecten: een mengelmoes van romaans, gotisch, renaissance en barok. Met de Engelsburg, de laat-barokke kloosterkerk, de gotische kruisgang, de wonderfontein, de unieke manuscripten van de bibliotheek en de historische Pinakothek is het Augustijnenklooster Neustift een van de meest opmerkelijke bezienswaardigheden in het Eisacktal.
De museumrondleidingen met gids laten je in de geschiedenis van het klooster duiken. De wijngaardbezichtigingen, met aansluitend het proeven van de eigen kloosterwijnen, zijn ook zeer de moeite waard.
