De Villnösser Geisler, met beroemde bergtoppen zoals de Sas Rigais en de La Furchëta, domineert het noorden van het natuurpark samen met de Aferer Geisler en de markante Peitlerkofel. De Villnösser Geisler wordt ook wel het Geislermassief genoemd. De Ladinische naam, 'Odles', is treffender. Dit betekent namelijk 'naalden'.
Tussen de ruige bergtoppen bloeien de groene berg- en alpenweiden, zoals de Gampenalm en de Peitlerwiesen. Het zuiden van het park wordt gedomineerd door het machtige Puezgruppe-massief. Dit indrukwekkende massief bestaat uit de hoogvlakte van Gardenacia (die doet denken aan een maanlandschap), maar omhelst ook de bergen Puezkofel, Sassongher en Cirspitze.