Terugkeer van de alm in Zuid-Tirol
Als de zomer op de bergweiden ten einde loopt, keren de kuddes terug van de hooggelegen weiden naar hun stallen en worden ze op veel plaatsen feestelijk ontvangen.
In Zuid-Tirol markeert de transhumance al eeuwenlang het einde van de zomer op de alpenweiden. Op de Ritten wordt dit moment gevierd op 24 augustus, de dag van Sint-Bartholomeüs, wanneer de tocht naar de bergweiden een feest wordt met koeien versierd met kunstige kransen, kalveren met bloemen en muziek tussen de boerderijen. Uniek in de Alpen is echter de transhumance in het Schnalstal: meer dan 3.500 schapen, begeleid door herders, leggen elk jaar een tocht van meer dan 40 km af met een hoogteverschil van +3.200 m en –1.800 m, waarbij ze een gletsjer én de grens tussen Oostenrijk en Italië oversteken. Deze praktijk, die al meer dan 600 jaar bestaat, is erkend als immaterieel UNESCO-erfgoed. Bij hun terugkeer in het dal, tussen Kurzras en Vernagt, wordt de aankomst van de kuddes gevierd met boerenkost, muziek en de traditionele “Schafschoad”, het scheren van de schapen – een authentiek moment dat diep geworteld is in de streek.