De pala-peer komt oorspronkelijk uit Azië en werd ruim 400 jaar geleden in Europa geïntroduceerd. In Duitsland staat de peer vanwege zijn gezondheidsbevorderende eigenschappen ook bekend als "zomerpeer van de apotheker". Ook in burcht Churburg, een kasteelcomplex in de Zuid-Tiroolse gemeente Schluderns/Sluderno, was de peer al aan het begin van de 18e eeuw een populaire vrucht, al had hij toen de grappige naam pilli palli. Nu wordt hij pala-peer of Turkse peer genoemd.
De pala-perenboom valt op door zijn majestueuze omvang en zijn hoge, knoestige stam. Vroeger vond je hem zowat overal in Vinschgau, maar daar worden nu vooral appels gekweekt. De boom kan tot wel 25 meter hoog worden. Vermoedelijk is dat een van de redenen waarom deze fruitsoort lange tijd in de vergetelheid was geraakt. Maar geen paniek, want dankzij de hernieuwde aandacht voor oude tradities is de pala-peer nu weer volop te vinden als lekker ingrediënt in recepten voor brood, vruchtensap, compote en vruchtenbrandewijn.
