Met een oppervlakte van 26.000 hectare is dit het op twee na grootste natuurpark van Zuid-Tirol. De steile pieken en rotswanden, die bijna niet te beklimmen lijken, omheinen een uitgestrekt gebied van bergweiden en hoogvlaktes dat qua morfologie en landschap zeer divers is. Het natuurpark huisvest ook enkele van de bekendste natuurmeren van Zuid-Tirol, waaronder de wereldberoemde Pragser Wildsee, met de unieke weerspiegeling van de berg Seekofel. Maar er is ook het meer Toblacher See, een belangrijke habitat voor veel watervogels.
Tot de vele imposante bergtoppen in dit natuurpark behoren de Lavarelaspitze, de Conturinespitze, de Neuner, de Zehner, de Seekofel en de Hohe Gaisl. De drie hoogvlaktes van Fanes, Sennes en Fosses worden gekenmerkt door karstverschijnselen. Geen ander gebied in de Dolomieten kent zoveel karst. Naast de trechtervormige 'ponors' (zinkgaten), waardoor beekjes onder de grond verdwijnen, vind je hier ook het beroemde parlement van de marmotten, een rotsformatie die wat van een arena weg heeft.