Maak een spatzendeeg met het meel, de eieren, de olie, het zout en het appelsap. 10 minuten laten rijzen.
Doe nu met een grote lepel deeg op een snijplank en schraap met een deegschraper spatzen in kokend zout water. Gebruik als alternatief een spatzenschaafmachine. Haal de spatzen met een zeef uit het water zodra ze boven drijven. Herhaal het proces totdat het deeg is opgebruikt.
Schil de appels en snijd ze in middelgrote blokjes. Karamelliseer de suiker in een antiaanbakpan, voeg de boter toe en laat schuimen. Doe de stukjes appel dan samen met de gember, het sap van de limoen en de kaneel in de pan en laat ze sudderen totdat de stukjes appel doorgetrokken zijn. Laat het niet te zacht worden! Voeg nu het spek en de spatzen toe, roer alles kort door en serveer warm!