De beroemde Zuid-Tiroolse "Marillenknödel". Het deeg aan de buitenkant zacht, de vruchten aan de binnenkant vers. Een eenvoudig recept.
Ingrediënten
3 Porties
Wrongeldeeg:
40 g boter
10 g suiker
1 pakje vanillesuiker
1 snufje zout
1 ei
150 g wrongel (kwark)
150 g meel
Overig:
6 kleine abrikozen
60 g rauwe marsepein
1 el boter
60 g witbroodkruimels of zoete kruimels
1/2 tl kaneel
2 el suiker
2 el boter voor het overgieten
Bereidingswijze
Bereidingstijd: 00:45
De zachte boter, suiker, vanillesuiker en zout schuimig roeren. Roer het ei, de wrongel en het meel erdoor. Laat het deeg ongeveer 15 minuten rusten in de koelkast. De abrikozen wassen, drogen, insnijden, maar niet helemaal doorsnijden, de pit eruit nemen en met telkens 10 g rauwe marsepein vullen. Rol het wrongeldeeg op een bebloemd werkblad dun uit en snijd het in zes gelijke vierkanten (7 x 7 cm). Sluit nu de deegvierkanten goed rond de abrikozen en vorm knoedels. Laat lichtjes sudderen in kokend zout water. Smelt de boter, bak de witbroodkruimels er lichtjes in terwijl je voortdurend roert. Til de abrikozenbollen uit het water, laat ze goed uitlekken, rol ze vervolgens in de witbroodkruimels, bestrooi ze met suiker en kaneel en overgiet ze met boter. Kooktijd: ongeveer 8 minuten.
In plaats van de rauwe marsepein zijn ook suikerklontjes geschikt. Bij de Marillenknödeln past een aardbei- of vanillesaus. Je kunt de knoedels ook in krokante kruimels rollen. Aardappeldeeg is ook geschikt voor dit gerecht. Aanbevolen wijn: Passito, wit