Kneed voor het korstdeeg op een bebloemd werkblad meel, 100 g koude boter, 50 g suiker en zout goed met elkaar. Druk het deeg plat, rol het met de deegroller uit totdat het iets groter is dan de taartvorm en leg het op een bakpapier. Steek met een vork meerdere keren in het deeg en zet het vervolgens in de koelkast.
Schil de appels, verwijder de klokhuizen en snijd ze in dunne, gelijkmatige plakjes met het mes. Doe ze in een kom met koud citroenwater.
Laat in een antiaanbakpan op middelhoog vuur de resterende suiker geleidelijk karamelliseren terwijl je deze langzaam toevoegt. Zodra de suiker vloeibaar en goudbruin is, roer je de rest van de boter erbij en voeg je een scheutje citroensap toe. Meng alles goed door elkaar.
Giet de hete karamel in de met bakpapier beklede taartvorm, strijk het grof uit en laat het afkoelen.
Dep de appelschijfjes droog en plaats ze in cirkels op de karamel. Leg het deeg op de appels en druk het aan de rand in de taartvorm.
Bak in de voorverwarmde oven op 220° gedurende ongeveer 20 minuten.
Breng voor de yoghurtsaus yoghurt op smaak met kaneel en vanillesuiker.
Neem de taart uit de oven, laat deze even afkoelen en draai de taart om op een taartbord. Serveer samen met de yoghurtsaus.
Voor dit dessert adviseren wij een Zuid-Tiroolse Rosenmuskateller
Hier de video bij het recept!