Was eerst de appel, droog deze af, snijd hem in vieren, verwijder het klokkenhuis en snijd vervolgens in dunne plakjes met het mes. Besprenkel vervolgens met 2 el vers geperst citroensap, zodat het vruchtvlees niet bruin wordt.
Ga dan verder met het droog roosteren van de pijnboompitten in een pan. Schil de knoflook en hak hem fijn met een mes of pers hem ongeschild met een knoflookpers. Was de peterselie en leg deze opzij. Was bovendien de bieslook en hak hem fijn met een mes.
Laat voor de kaascrème de mascarpone samen met de melk in een pannetje smelten. Meng vervolgens met blokjes Marienberger-kaas, de gehakte peterselie, wat kaneel, de gehakte knoflook en wat zout en peper.
Schil de knolselderij vóór het dresseren en snijd hem in dunne plakjes met een mes.
Leg de selderij en de appelschijfjes op het bord. Vorm met een scheplepel of soeplepel een bol van kaascrème en plaats deze in het midden van de carpaccio. Bestrooi het geheel met de pijnboompitten en garneer naar believen met peterselieblaadjes en de fijngesneden bieslook. Voeg tot slot nog een paar mozzarellines toe.
Haal de mozzarellines het beste een half uur voor consumptie uit de koelkast of dompel ze even onder in warm water. Bij 14 °C tot 16 °C komt de kruidige smaak namelijk het beste tot zijn recht.
Bij het gerecht smaakt een vers stokbrood bijzonder goed.
Voor dit voorgerecht adviseren wij een Zuid-Tiroolse sauvignon.