Het keteldal van Meran heeft zijn milde klimaat te danken aan de berggroep Texelgruppe, die het dal beschermt tegen de gure noorderwind. De meest uit het oog springende bergtoppen, de Lodner en de Hohe Weiße, steken af tegen de omgeving dankzij de felle marmerkloven. De tien Spronser Seen-meren zijn de hoogstgelegen alpenmeren van Zuid-Tirol. Het zijn net glinsterende edelstenen te midden van dit fascinerende berglandschap.
De machtige waterval bij Partschins staat garant voor een indrukwekkende natuurbeleving, vooral wanneer de sneeuw smelt in de lente. Via de Waalwegen kabbelt het water rustig verder. Bewandel vooral ook de zonovergoten hellingen van het dal Vinschgau en het Burggrafenamt via dit eeuwenoude irrigatiesysteem.
De bergkammen Schnalser en Gurgler Kamm behoren beide tot de Ötztaler Alpen. Ze vormen de natuurlijke begrenzing van dit natuurpark in het noorden. Je vindt hier markante bergtoppen als de Finailspitze en de Similaun, maar ook de Granatenkogel, die beroemd is vanwege de enorme granaatkristallen.
Als je meerdere dagen door het natuurpark Texelgruppe wilt wandelen, kun je het beste de bergwandelroute Meraner Höhenweg volgen.