Panna Cotta
Vruchtencompote
Walnootcrumble en topping
Om de panna cotta te maken, doe je de Zuid-Tiroolse room, de suiker en het gehalveerde vanillestokje in een pan. Breng het mengsel kort aan de kook en haal het van het vuur. Los de gelatine erin op en laat het iets afkoelen. Vermeng ondertussen de Zuid-Tiroolse yoghurt en de geitenkaas en roer dit door de afgekoelde room. Zet 4 glazen klaar en verdeel de panna cotta gelijkmatig over de glazen. Zet de glazen 2 tot 3 uur in de koelkast.
Ontpit voor de vruchtencompote de appels en peren en snijd deze in grote blokjes (van ongeveer 2×2 cm). Doe het fruit in een pan en voeg alle andere ingrediënten toe, behalve de gin. Laat het fruit ongeveer 10 tot 15 minuten sudderen tot het iets is ingedikt en de Zuid-Tiroolse appel nog enigszins stevig is om in te bijten. Haal de pan van het vuur en roer de gin door de compote. Bewaar de vruchtencompote in de koelkast tot je hem weer nodig hebt.
Verwarm voor de walnootcrumble de oven voor op 185 °C boven-/onderwarmte. Meng de gesmolten Zuid-Tiroolse boter, de suiker, de bloem en de honing tot een kruimelig mengsel. Meng daarna de gehakte walnoten erdoor. Giet het mengsel op een met bakpapier beklede bakplaat en bak de crumble ongeveer 10 minuten. Laat dit vervolgens afkoelen op de bakplaat. Zodra het dessert klaar is om opgediend te worden, haal je de glazen uit de koelkast en doe je er wat van de crumble en vruchtencompote bovenop. Besprenkel het gerecht met 1 tot 1,5 theelepel honing om het af te maken.
De panna cotta met Zuid-Tiroolse yoghurt is klaar.