Voor het deeg
Voor de vulling
Om te garneren
Om het aardappeldeeg te maken, schil je de aardappelen, stoom je ze, druk je ze door een aardappelrasp en laat je dit geheel afkoelen. Voeg de bloem, de eidooiers, zout en nootmuskaat toe. Kneed nu alles tot een soepel deeg en verwerk het zo snel mogelijk. Snijd voor de vulling de Zuid-Tiroolse appel en de ui in kleine blokjes en fruit deze in boter tot ze doorschijnend zijn.
Voeg de Zuid-Tiroolse zuurkool toe en blus het geheel af met appelsap. Voeg nu het zout, de peper, het laurierblad en de jeneverbes toe en laat het ongeveer een half uur sudderen. Zodra de kool is afgekoeld, meng je de mascarpone, de ricotta en geraspte Parmezaanse kaas door elkaar en voeg je de Zuid-Tiroolse zuurkool toe.
Om de knoedels te maken, rol je het deeg uit tot een dikte van ongeveer 0,5 cm. Hier snij je cirkels uit en deze vul je. Vouw de deegcirkels dicht tot halve maantjes. Druk de randen stevig op elkaar. Kook de knoedels ongeveer 6 tot 7 minuten in zacht kokend water met wat zout. Om het gerecht aan te kleden garneer je de aardappelknoedels met gesmolten boter, Parmezaanse kaas en verse kruiden.
Als puntje op de i voeg je in honing gekarameliseerde appelblokjes en krokant gebakken Zuid-Tirools spek toe.